Wil je nu juist meer of minder oestrogeen als je in de overgang zit?

Wil je nu juist meer of minder oestrogeen? Even wat verwarring wegnemen....

In mijn PDF vol voedingstips om overgangsklachten (inmiddels al aangevraagd door bijna 2000 vrouwen!) te verlichten zit een alinea die soms voor wat verwarring zorgt. En deze verwarring wil ik graag even rechtzetten.

Ik schrijf namelijk:

“Vezels zijn van belang bij de afvoer van oestrogeen via de darmen. Vezels binden oestrogenen waardoor ze makkelijk ons lichaam verlaten.”

En even later schrijf ik ook dat:

“Bepaalde producten (en ik noem in de PDF voedingstips welke producten dat precies zijn) ervoor zorgen dat er minder oestrogeen in het vetweefsel wordt aangemaakt. Het enzym aromatase (wat je vindt in deze producten) wordt door stoffen die in deze producten zit geremd (de zogenoemde aromatase remmer), zodat er veel minder oestrogeen aangemaakt wordt.”

En deze twee alinea’s zorgden dus voor verwarring. 🫢

Want als je in de overgang bent, heb je toch minder oestrogeen? Het gebrek aan oestrogeen zorgt toch juist voor overgangsklachten?

Waarom zou je dan willen dat oestrogenen het lichaam makkelijk verlaten of voeding met aromatase-remmers eten zodat er minder oestrogeen wordt aangemaakt?

De toelichting:

In ons lijf gaat het niet alleen om de AANMAAK van oestrogeen (met eventueel een aanvulling van buitenaf dmv hormoontherapie), maar ook om de AFBRAAK van oestrogeen. Hormonen worden namelijk continu aangemaakt en als ze 'uitgewerkt' zijn, weer afgebroken in de lever. Om vervolgens via onze ontlasting of urine ons lichaam te verlaten.

Zolang deze afbraakproducten in ons lichaam zitten, hebben ze nog wel een werking. Bij oestrogeen afbraak kan de lever drie verschillende afbraakproducten maken. Twee van de drie vormen zijn ongunstig voor ons 'welzijn' en bevorderen klachten! Door het eten van oa vezels zorg je ervoor dat de afbraakproducten en dan met name de ongunstige vormen sneller je lichaam verlaten.

Kortom de afbraak van oestrogeen speelt ook een grote rol en niet alleen de aanmaak.

Maar het is eigenlijk nog iets ingewikkelder dan dat.


Naast het dynamische evenwicht tussen de aanmaak en de afbraak van oestrogeen, speelt er ook nog wat anders mee.

Alle hormonen in je lichaam werken met elkaar samen. Ook de hormonen onderling hebben een dynamisch evenwicht. Als je vanuit het vetweefsel veel oestrogeen aanmaakt, dan gaat dat ten koste van oa testosteron. Juist testosteron is heel belangrijk voor je algehele vitaliteit.

Ook loop je dan de kans dat je ten op zichte van progesteron relatief gezien te veel oestrogeen krijgt. Ook hierdoor kan je klachten krijgen. Met het eten van voeding met aromatase remmers (zie mijn gratis PDF met voedingstips) reguleer je de aanmaak van oestrogeen vanuit je vetweefsel. Zodat je voldoende testosteron behoudt en je niet te veel oestrogeen krijgt tov progesteron. Je helpt je lichaam als het ware om ‘haar taak' goed te kunnen uitvoeren.

Ik hoop dat het zo duidelijk is! Zo niet? Dan hoor ik het graag!

Download ook mijn gratis PDF met voedingstips om overgangsklachten te verminderen

Wat kan ik betekenen voor vrouwen in de overgang?

 Meer weten over de overgang?

  • Bestel mijn cursus ‘Hoe overleef ik de overgang?’; Speciaal voor vrouwen vanaf 40 jaar die zich goed willen voorbereiden op de overgang en voor vrouwen die al in de overgang zitten en lichte tot milde klachten ervaren.

  • Vrouwen met zware overgangsklachten en/of burn-outklachten begeleid ik 1-op-1.

  • Ik geef lezingen door het hele land over vrouwengezondheid, de overgang en onze hormonen.

Wie is Marianne Bleumink?

Ik ben biomedicus, wetenschapper en docent, maar bovenal gewoon Marianne… Die helemaal niet zo braaf, netjes en geordend is, als mensen vaak denken. Mijn (privé) werkkamer is een georganiseerde bende, van yoga schiet ik in de vlekken en van mediteren word ik gek.

Ik omschrijf mijzelf als een dromer. Creatief. Gek op schilderen en tekenen, al doe ik het te weinig. Koken doe ik wel regelmatig, maar ik bak geen taart. Ik ben van het type “snufje hier, kloddertje daar”. Dat werkt bij taart toch minder goed.

Maar geen zorgen, ik ben óók die gestructureerde wetenschapper en docent. Die tegenstrijdigheid vind ik leuk. Ik werk wel met plannen, maar ze zijn niet vastomlijnd. Wat dat voor jou betekent? Dat we pas tijdens het proces bepalen wat bij jou de meeste aandacht nodig heeft: slaap, voeding of iets anders.

Naast wetenschapper ben ik ook ervaringsdeskundige. Dat ik alles weet van het vrouwenlichaam, hormonen en de overgang, betekent niet dat ik zelf de dans ontspring – was het maar zo’n feest. Ook ik sta regelmatig oog in oog met klachten die te maken hebben met deze overgangsfase. Geen gezellig onderwerp, maar wel belangrijk om samen over te praten.

Door mijn kennis en ervaring weet ik hoe ik de klachten verminder en zo veel mogelijk voorkom. Wat wel en niet werkt is voor ieder persoon en elk lichaam anders. Gelukkig is dat prima te leren.

Ik leer jou hoe je lichaam werkt, wat er op dit moment in jouw lijf en hoofd gebeurt, en welke gewoontes helpen om de balans te herstellen en de klachten de baas te worden.