WAT IS EEN VIRUS NU EIGENLIJK?

"We worden overspoeld met berichten over het coronavirus; en terecht. De huidige situatie is ernstig en de verspreiding van het virus gaat snel. Het lijkt mij goed om uit te leggen wat een virus nu eigenlijk is. Als je weet hoe een virus werkt dan is het beter te snappen wat er aan de hand is en te snappen wat we zelf kunnen doen om de kans op besmetting zo klein mogelijk te maken. Zo kan je zelf meer het heft in eigen handen nemen. Zo wordt iets dat onzichtbaar is wat minder bedreigend.

WAT IS EEN VIRUS NU EIGENLIJK?

Een virus is een piepklein, voor ons niet zichtbaar, deeltje. In een capsule van eiwit zit wat genetische informatie. Dat is alles. Ze vallen onder de besmettelijke micro-organismen. Dat betekent dat ze gemakkelijk van de een op de ander overgebracht kunnen worden. Net als bij sommige bacteriën. Vermoedelijk bestaan virussen al zolang er leven op aarde is. Er zijn heel veel soorten virussen en het overgrote deel is niet bedreigend voor de mens.

Het eigenaardige van virussen is dat ze niet zelfstandig kunnen leven. Ze kunnen niet zelfstandig vermenigvuldigen, bewegen of groeien. Ze hebben andere levende cellen nodig om te kunnen leven en zich voort te planten. Het zijn echte parasieten. Die levende cellen kunnen bacteriën zijn, maar ook de cellen van planten, dieren en zoals nu bij dit nieuwe Coronavirus, mensen. Elke virus heeft zijn eigen favoriete cellen, zijn eigen gastheer. Het zijn de enige cellen die zij kunnen gebruiken.

WANNEER WORDEN WE ZIEK VAN VIRUSSEN?

Uit bovenstaande blijkt dus dat een virus het voor elkaar moet krijgen om binnen te dringen in ons lichaam en dan vervolgens ook nog in onze cellen. Pas als ze in onze cellen zijn gekomen zal een virus in staat zijn om te gaan ‘leven’ en zich te vermenigvuldigen.

Een virus kan pas binnendringen in een cel wanneer de betreffende cel precies de goede buitenkant heeft. Zodat het virus er precies op past en vast kan kleven. Eigenlijk vergelijkbaar met een sleutel en een slot. Onze cellen hebben voor het huidige coronavirus precies het juiste sleutelgat waar het virus, de sleutel, exact in past. En vergelijkbaar met het openen van een deur zal de cel geopend worden en dringt het virus binnen. Het virus neemt ons DNA over en zal zichzelf vermenigvuldigen.

Onze cellen komen vol te zitten met virussen en zullen knappen waardoor er heel veel virussen in ons lichaam komen. Deze zullen andere cellen van ons lichaam weer gaan binnendringen. Het bovenstaande herhaalt zich en zo raakt ons lichaam geïnfecteerd door het virus. Als een virus dit heel snel kan, zal het virus zich in een heel hoog tempo vermenigvuldigen en zullen er ook heel veel cellen van ons zelf doodgaan. Afhankelijk van deze zogenoemde virulentie worden we nauwelijks ziek, ziek en eventueel heel ernstig ziek. De mate van ziek worden hangt ook af van ons afweersysteem. 

Wij zijn altijd degene die een virus van mens op mens overdragen. Een virus kan dat niet zelf! 

HOE KOMEN CORONAVIRUSSEN DAN IN ONS?  

Eigenlijk maar op 3 manieren.

Via onze mond, onze neus en onze ogen. Virussen zijn overal om ons heen. Bij een epidemie, zoals nu, zijn er van een bepaald virus heel, heel veel aanwezig en daardoor hebben de virussen meer kans om op ons lichaam te komen en om vervolgens ook binnen te dringen. 

Wij hebben als mens de gewoonte om heel veel aan ons gezicht te zitten. En dus ook aan onze mond, neus en ogen. Let maar eens op! Op deze manier kunnen we virussen in ons lichaam brengen. Aan onze handen kunnen veel virussen komen. Door hoesten en niezen in onze handen bijvoorbeeld. Of bij het snuiten. Als we dan iets aanraken of elkaar een hand geven dan komt het virus ook op een andere hand of voorwerp. Vervolgens zitten we ongemerkt aan ons gezicht en kan het virus in ons lichaam komen.

Vandaar dat handen wassen en geen handen meer schudden heel effectief is om het virus niet de kans te geven om in ons lichaam te komen en zich vervolgens te gaan vermenigvuldigen.

Afstand houden van elkaar is ook heel effectief. Immers het virus kan zichzelf niet verplaatsen.

Door te niezen of te hoesten kunnen we vochtdruppeltjes met daarin de virussen ongeveer 1 meter van ons af sproeien. Door de zwaartekracht zullen de vochtdruppeltjes snel op de grond vallen. Na verloop van tijd, dit is afhankelijk van het type virus, zal het virus uit elkaar vallen en doodgaan.

Door te praten verlaten er ook wel virussen ons lichaam, maar de afstand die ze hierdoor kunnen overbruggen is veel kleiner. Niezen in een zakdoek of in de elleboog maakt ook dat het virus zich niet over ‘grotere’ afstand kan verspreiden.

Wij hebben dus heel krachtige methoden in handen om het virus ‘tegen te houden’. Handen wassen, weinig of niet aan ons gezicht zitten en afstand houden van tenminste 1,5 meter. Met aanpassingen in ons gedrag kunnen we dus veel doen om overdracht van en besmetting met het virus te voorkomen. En dat is fijn!